Gisteren was er een uitzending van een of andere ziekenhuisserie waar ik anders nooit zou naar kijken op een zender waar ik normaal alleen maar passeer in het voorbijzappen. Het was nog vroeg op de dag en ik had licht entertainment nodig, dus zapte ik richting Vitaya, waar dus die serie begon met een meisje dat van een paard viel en zich niet meer kon bewegen. Ze was op haar hoofd gevallen en had haar nek gebroken. Een lichte rilling ging door me heen toen ik de situatie herkende. Mijn interesse was gewekt. Goed gemaakt trouwens, met aandacht voor detail en zo: het meisje had jeuk aan haar neus en daar had je het eerste probleem al waarmee je geconfronteerd wordt als je verlamd bent: jeuk! En niet kunnen krabben! Da’s een marteling. Voor mensen met haar: je kan je haar niet zelf uit je ogen wrijven. Da’s ook vervelend, maar ik had er geen last van.
Wat een ervaringsdeskundige natuurlijk meteen ziet, is hetgene wat voor een niet-ervaringsdeskundige onzichtbaar is en gelukkig ook onbekend: spasticiteit. Het meisje in kwestie zou er in het ware leven waarschijnlijk nog veel last van krijgen. Ik weet natuurlijk al maanden wat spasmen zijn, maar ik heb er onlangs ook de technische uitleg voor gekregen. Blijkbaar hebben spieren a mind of their own, en worden ze getemperd door het ruggenmerg. Wanneer het ruggenmerg dan beschadigd raakt, of – god forbid – helemaal door knapt, dan raken de spieren losgeslagen en kan het brein ze enerzijds niet meer aansturen, maar anderzijds beginnen ze ook automatisch en ongecontroleerd te bewegen. En dat is, op zijn zachtst gezegd, ambetant.
Spasmen doen geen pijn, op voorwaarde dat ze niet te extreem zijn. Mensen die er erg veel last van hebben kunnen er spierscheuringen van krijgen, en dat kan wel pijnlijk zijn, indien je nog pijn kan voelen. Mensen die geen pijn meer voelen krijgen van een beschadiging in het lichaam alleen maar meer spasticiteit. Bummer.