Vroeger was ik rap content. Ik was rap content met de hoeveelheid tijd en moeite die ik in mijn studies geïnvesteerd had. Ik was rap content met hoe mijn appartement er bij lag. Ik was gewoon rap content.
Nu probeer ik het tegenovergestelde te zijn en te doen. Ik probeer niét rap content te zijn, ik probeer oog te hebben voor details, ik probeer de dingen goed te doen in plaats van snel, en ik probeer in te zoomen op de hoofdzaken. Het probleem is dat je maar 1/3 van je tijd te besteden hebt aan het werk, en als je de dingen goed wil doen heeft dat een impact op hoeveel je er kan doen. Je kan natuurlijk wel meer dan 1/3 van de 24 uur per dag besteden aan je werk, maar ik probeer een gezonde work-family-sleep ratio te respecteren.
En dan begin je je te verdiepen in theorieën en in studies die hiermee te maken hebben, efficiëntieverbeteringstechnieken en zo. En dan merk je twee dingen:
1. Ook hier geldt dat hoe meer je je ergens in verdiept, hoe meer je ontdekt dat je er eigenlijk niet zoveel van af weet, en dat je altijd maar verder en verder kan gaan in het onderwerp.
2. Veel van die zogezegde specialisten zeggen ook maar wat. Niet allemaal. Veel.
Ik denk dat die mannen (of vrouwen) de onbedwingbare nood voelen ‘iets’ te schrijven maar veel helpt het meestal niet omdat het allemaal zo verschilt van persoon tot persoon: je moet uiteindelijk je eigen conclusies trekken en je eigen manier zoeken om produktiever te worden. En in dit geval wil ik produktiever worden niet door meer te doen, maar door béter te doen. Een woord dat ik tegenwoordig elke dag een paar keer uitspreek is ‘focus’. Je moet focussen op wat je aan het doen bent, een richting kiezen en die volgen tot je je doel bereikt hebt (maar dan moet je wel een goeie richting kiezen natuurlijk). Midscheeps van richting veranderen is om problemen vragen omdat dan je energie niet meer onverdeeld in één richting gaat (en dat is de meest efficiënte manier om ergens te komen) maar van de rechte lijn afwijkt, en dan verlies je onvermijdelijk energie en momentum die verloren gaat aan het proberen op de rails te blijven.
Ook al is niet iedereen tevreden met wat je doet of hoe je het doet, stick to your guns en heb vertrouwen. Het is beter dat 80% van de mensen waarvoor je iets doet tevreden zijn en 20% te klagen hebben dan dat iedereen ontevreden is. Daar gaan veel mensen en bedrijven in de fout, ze willen absoluut 100% van de mensen tevreden stellen en nemen dan beslissingen die ervoor zorgen dat ‘the happy 80%’ niet meer de service of het produkt krijgen wat ze altijd gehad hebben, en dat die ook ontevreden worden. En als zoiets gebeurt op grote schaal dan krijg je toestanden zoals wat Microsoft nu meemaakt. Ze hebben zich niet goed gefocust en hun visie volgehouden uit schrik hun klanten ontevreden te maken. Ze hebben geluisterd naar een paar klagers en doordat ze afgeweken zijn van hun lijn is er nu méér volk ontevreden dan vroeger, in plaats van minder.
Als werknemer ben je natuurlijk afhankelijk van de richting die je bazen uitstippelen, maar ook daar kan je je eigen leven en carrière nog wel wat richting geven.
Ik heb ook de indruk dat sommige mensen er niet in slagen hoofdzaak en bijzaak te scheiden. En als je dat niet kan, en àlles als hoofdzaak beschouwt dan heb je een probleem: als alles belangrijk is, is uiteindelijk niets belangrijk.
Pick your battles. Als er 5 discussies moeten uitgevochten worden en je gaat ze allemaal aan is de kans groot dat je er geen enkele wint (omdat je energie verdeeld wordt over die 5 strijdtonelen). Als je er daarentegen 2 of 3 uitkiest, en je zorgt ervoor dat je goed beslagen op het strijdtoneel komt, dan win je misschien wel. En dan ben jij ‘that guy die elke keer gelijk heeft’. Anders ben je misschien wel ‘die die altijd ongelijk krijgt’, en dat heb je dan misschien wel aan jezelf te danken. Het is allemaal relatief, ik weet het wel, maar toch. Toch.
Op efficiëntieverhogend vlak doe ik nu een paar dingen die ik vroeger nooit zou gedaan hebben:
– ik maak een lijstje van dingen die ik moet doen (vandaag, deze week, of gewoon ‘ooit’). Vroeger had ik nauwelijks structuur in mijn werk, achteraf bekeken.
– ik prioritiseer en zet er een streefdatum bij voor mezelf. Ik vink ook af wat ik afgewerkt heb, en dat voelt goed: je voelt je produktief elke keer er iets gedaan is en je hebt ten allen tijde een goed zicht op wat je nog moet doen. En het geeft je een ‘yes!’-gevoel.
– ik gebruik Outlook (werk) en Gmail (privé) voor alles. Alles.
– ik neem heel regelmatig een pauze. Het is iets dat ik in mijn studietijd al vaak te horen kreeg maar wat nu wel blijkt te kloppen: je bent produktiever als je regelmatig je verstand laat rusten. Je kan fysiek niet continu pieken en je moet je cache regelmatig clearen, om het met informaticatermen te zeggen. En dat helpt wel.